
Lezingen - 29 juli 2026
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar A
HH. Marta, Maria en Lazarus
Eerste lezing
Jer. 15, 10. 16-21
Waarom komt er geen eind aan mijn smart? Neem uw woorden terug, spreekt de Heer, en dan neem Ik u weer in mijn dienst.
Uit de Profeet Jeremia
Wee mij, moeder, dat gij mij het leven schenkt,
een man met wie het hele land strijdt en twist.
Ik heb niets uitgeleend en niets in leen ontvangen,
en toch vervloekt mij iedereen.
Zodra uw woord mij bereikte, Heer, verslond ik het,
het was mijn vreugde,
het maakte mij zielsgelukkig.
Ik draag immers uw naam, U behoor ik toe,
Heer, God van de hemelse machten.
Nooit zat ik in vrolijk gezelschap,
nooit heb ik vreugde gekend.
Ik leefde eenzaam
en was van uw toorn vervuld.
Waarom komt er geen eind aan mijn smart,
waarom is mijn wonde niet te helen,
waarom wil ze niet genezen?
Gij zijt voor mij een onbetrouwbare beek
waarop geen staat valt te maken.
Daarop antwoordde de Heer:
„Neem uw woorden terug,
dan neem Ik u weer in mijn dienst.
„Spreek een edele, geen onwaardige taal,
dan moogt ge weer mijn tolk zijn.
„Zij moeten zich richten naar u,
gij moogt u niet richten naar hen.
„Dan maak Ik u voor dit volk
tot een onneembare, koperen muur.
„Ze zullen u bestrijden,
maar u niets kunnen doen,
want Ik ben bij u
om u te helpen en u te redden
– zo luidt de godsspraak van de Heer –,
Ik red u uit de greep van de machtigen.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 59 (58), 1-3, 4-5a, 10-11, 17,18
R: God is mijn toevlucht in dagen van nood.
Verlos mij, mijn God, uit de macht van mijn vijand,
bescherm mij wanneer men mij overvalt.
Bevrijd mij van hen die onrecht bedrijven,
van mannen die dorsten naar bloed.
Want zie, zij belagen gedurig mijn leven,
de machthebbers trekken één lijn tegen mij.
Toch heb ik geen misdaad, geen zonde bedreven.
Mijn sterkte, op U alleen stel ik mijn hoop,
want Gij zijt mijn God, mijn beschermer.
Verleen mij uw bijstand, genadige God.
Maar ik zal voortdurend uw macht bezingen,
van ochtend tot avond uw goedheid voor mij.
Want Gij zijt voor mij een sterke burcht,
een toevlucht in dagen van nood.
Mijn sterkte zijt Gij, voor U wil ik zingen,
Gij zijt mijn beschermer, genadige God.
Evangelie
Joh. 11, 19-27
Ik geloof dat Gij de Messias zijt, de Zoon Gods.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes
allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd
waren vele Joden naar Martha en Maria gekomen
om hen te troosten over het verlies van hun broer.
Zodra Martha hoorde dat Jezus op komst was
ging zij Hem tegemoet;
Maria echter bleef thuis.
Martha zei tot Jezus:
„Heer, als Gij hier waart geweest
zou mijn broer niet gestorven zijn.
Maar zelfs nu weet ik,
dat, wat Gij ook aan God vraagt,
God het U zal geven.”
Jezus zei tot haar:
„Uw broer zal verrijzen.”
Martha antwoordde:
„Ik weet dat hij zal verrijzen,
bij de verrijzenis op de laatste dag.”
Jezus zei haar:
„Ik ben de verrijzenis en het leven.
Wie in Mij gelooft zal leven
ook al is hij gestorven,
en ieder die leeft in geloof aan Mij
zal in eeuwigheid niet sterven.
Gelooft gij dit?”
Zij zei tot Hem:
„Ja, Heer,
ik geloof vast dat Gij de Messias zijt,
de Zoon Gods die in de wereld komt.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven