
Lezingen - 11 juni 2026
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar A
H. Barnabas, apostel
Eerste lezing
Hand. 11, 21b-26; 13, 1-3
Hij was een goed man, vol van de heilige Geest en geloof.
Uit de Handelingen van de Apostelen
In die dagen
kwamen zeer velen tot het geloof
en bekeerden zich tot de Heer.
Het gerucht omtrent het optreden van de volgelingen van de Heer
kwam ook de kerk van Jeruzalem ter ore
en men vaardigde Barnabas af naar Antiochië.
Toen deze daar aankwam
en Gods genade zag, verheugde hij zich
en wekte allen op met hart en ziel de Heer trouw te blijven.
Hij was een goed man,
vol van de heilige Geest en geloof.
Veel mensen werden voor de Heer gewonnen.
Daarop vertrok hij naar Tarsus
om Saulus te gaan zoeken.
Toen hij hem gevonden had
bracht hij hem naar Antiochië.
Een vol jaar namen zij deel aan de bijeenkomsten in die gemeente
en gaven onderricht aan een grote menigte.
Het was in Antiochië
dat de leerlingen voor het eerst christenen werden genoemd.
Er waren daar in de gemeente profeten en leraren
Barnabas, Simon die Niger genoemd werd,
Lucius uit Cyrene,
Manaën, jeugdvriend van de viervorst Herodes, en Saulus.
Terwijl ze eens voor de Heer de heilige dienst verrichtten
en vastten, sprak de heilige Geest:
„Zondert Mij Barnabas en Saulus af voor het werk
waartoe Ik hen heb geroepen.”
Na vasten en gebed legden ze hun toen de handen op
en lieten hen vertrekken.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 98 (97), 1.2-3ab.3c-4.5-6
R: De Heer deed de volkeren zijn gerechtigheid kennen.
Zingt voor de Heer een nieuw gezang
omdat Hij wonderen deed.
Zijn hand deed zich krachtig gelden,
de macht van zijn heilige arm.
Zijn weldaden deed Hij ons kennen,
de volkeren zijn gerechtigheid.
Opnieuw bleek zijn goedheid en trouw
ten gunste van Israëls huis.
Geheel de aarde aanschouwde
wat onze God voor ons deed.
Verheerlijkt de Heer, alle landen,
weest blij, verheugt u en zingt.
Zingt voor de Heer bij de citer,
met citer en psalterspel.
Laat schallen trompet en bazuin
en danst voor de Heer, uw koning.
Evangelie
Mt. 5, 20-26
Al wie vertoornd is op zijn broeder, zal strafbaar zijn voor het gerecht.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs
allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
„Ik zeg u: Als uw gerechtigheid
die van de schriftgeleerden en Farizeeën niet ver overtreft,
zult gij zeker niet binnengaan in het Rijk der hemelen.
„Gij hebt gehoord dat tot onze voorouders is gezegd:
Gij zult niet doden.
„Wie doodt zal strafbaar zijn voor het gerecht.
„Maar Ik zeg u:
Al wie vertoornd is op zijn broeder,
zal strafbaar zijn voor het gerecht.
„En wie tot zijn broeder zegt: raka,
zal strafbaar zijn voor het Sanhedrin;
en wie zegt: dwaas,
zal strafbaar zijn met het vuur van de hel.
„Als gij uw gaven komt brengen naar het altaar,
en daar schiet u te binnen dat uw broeder iets tegen u heeft,
laat dan uw gaven voor het altaar achter,
ga u eerst met uw broeder verzoenen
en kom dan terug om uw gaven aan te bieden.
„Haast u het eens te worden met uw tegenpartij
zolang ge nog met hem onderweg zijt;
anders zou uw tegenpartij
u wel eens aan de rechter kunnen overleveren,
en de rechter u aan de gerechtsdienaar,
en dan zoudt gij in de gevangenis worden geworpen.
„Voorwaar, Ik zeg u:
Ge zult daar niet uitkomen
voordat ge tot de laatste penning hebt betaald.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven