Parochiecluster Ubach over Worms

Lezingen - 1 maart 2026

Spring naar hoofdtekst

Navigatie­kalender

<maart 2026>
wkmadiwodovrzazo
09      1
102345678
119101112131415
1216171819202122
1323242526272829
143031     

Navigatie

Jaar A Pagina 507

Tweede zondag in de veertigdagentijd

Eerste lezing

Gen., 12, 1-4a De roeping van Abraham, de vader van het volk van God.
Uit het boek Genesis
In die dagen zei de Heer tot Abram: „Trek weg uit uw land, uw stam en uw familie, naar het land dat Ik u zal aanwijzen. Ik zal een groot volk van u maken. Ik zal u zegenen en uw naam groot maken, zodat hij een zegen zal zijn. Ik zal zegenen die u zegenen, maar die u vervloeken zal Ik vervloeken. Door u zal zegen komen over alle geslachten op aarde.” Toen trok Abram weg, zoals de Heer hem had opgedragen.
Woord van de Heer. allen: Wij danken God.

Antwoordpsalm

Ps. 33 (32), 4-5, 18-19, 20 en 22
R: Geef ons, Heer, uw barmhartigheid, zoals wij op U vertrouwen.
Oprecht is immers het woord van de Heer, en al wat Hij doet is betrouwbaar.
Recht en gerechtigheid heeft Hij lief, de aarde is vol van zijn mildheid.
Maar het is God die zijn dienaars bewaakt, hen die op zijn gunst vertrouwen.
Dat Hij hen redden zal van de dood bij hongersnood hen zal voeden.
Daarom vertrouwt ons hart op de Heer, is Hij ons een schild en een helper.
Geef ons dus, Heer, uw barmhartigheid, zoals wij op U vertrouwen.

Tweede lezing

2 Tim., 1, 8b-10 God roept ons en geeft ons licht.
Uit de tweede brief van de heilige apostel Paulus aan Timóteüs
Dierbare,
Draag uw deel in het lijden voor het evangelie, door de kracht van God, die ons gered heeft en geroepen met een heilige roeping, niet op grond van onze verdiensten, maar volgens het vrije besluit van zijn genade, van alle eeuwigheid ons verleend in Christus Jezus. Nu is zijn genade openbaar geworden door de verschijning van onze Heiland, Christus Jezus, die de dood heeft vernietigd en onvergankelijk leven deed aanlichten door het evangelie.
Woord van de Heer. allen: Wij danken God.

Evangelie

Mt., 17, 1-9 Zijn gelaat begon te stralen als de zon.
De Heer zij met u. allen: En met uw geest. Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd nam Jezus Petrus, Jakobus en diens broer Johannes met zich mee en bracht hen boven op een hoge berg, waar zij alleen waren. Hij werd voor hun ogen van gedaante veranderd zijn gelaat begon te stralen als de zon en zijn kleed werd glanzend als het licht. Opeens verschenen hun Mozes en Elia, die zich met Hem onderhielden. Petrus nam het woord en zei tot Jezus: „Heer, het is goed dat wij hier zijn. Als Gij wilt zal ik hier drie tenten opslaan, een voor U, een voor Mozes en een voor Elia.” Nog had hij niet uitgesproken of een lichtende wolk overschaduwde hen en uit de wolk klonk een stem „Dit is mijn Zoon, de Welbeminde, in wie Ik mijn welbehagen heb gesteld; luistert naar Hem.” Op het horen daarvan wierpen de leerlingen zich ter aarde neer, aangegrepen door een hevige vrees. Maar Jezus kwam naar hen toe, raakte hen aan en zei: „Staat op, en weest niet bang.” Toen zij hun ogen opsloegen zagen zij niemand meer dan alleen Jezus. Onder het afdalen van de berg gelastte Jezus hun: „Spreekt met niemand over wat ge hebt aanschouwd voordat de Mensenzoon uit de doden is opgestaan.”
Woord van de Heer. allen: Wij danken God.

Bron: Tiltenberg Getijdengebed

Terug naar boven