
Lezingen - 13 februari 2026
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar A
Vrijdag in de 5e week door het jaar
Eerste lezing
I Kon. 11, 29-32; 12, 19
De Israëlieten braken met het huis van David.
Uit het eerste Boek der Koningen
In die tijd gebeurde het dat Jerobeam
vanuit Jeruzalem op reis was
en onderweg de profeet Achia uit Silo ontmoette.
Zij waren alleen in het open veld.
Achia droeg een nieuwe mantel.
Hij pakte die, scheurde hem in twaalf stukken
en zei tot Jerobeam:
„Neem tien stukken,
want, zo zegt de Heer, de God van Israël:
Tien stammen van Salomo’s koninkrijk
scheur Ik los uit zijn hand en geef ze aan u.
„Eén stam mag hij behouden,
omwille van mijn dienaar David en omwille van Jeruzalem,
de stad die Ik uit alle stammen van Israël heb uitverkoren.”
Zo braken de Israëlieten met het huis van David;
dit is zo gebleven tot de huidige dag.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 81 (80), 10-11ab, 12-13, 14-15
R: Ik ben de Heer, uw enige God,
hoor dan, mijn volk, als Ik u waarschuw!
Nooit mag er een vreemde god zijn bij u,
aanbidt geen goden uit andere landen.
Want Ik ben de Heer, uw enige God,
die u uit Egypte geleid heb.
Maar Israël heeft mijn stem niet gehoord,
mijn volk gehoorzaamde niet.
Toen liet Ik hen los met hun hard gemoed,
zij gingen hun eigen wegen.
Ach, luisterde nu mijn volk maar naar Mij,
bewandelde Israël nu maar mijn paden;
dan bracht Ik hun vijanden aanstonds ten val
en zou Ik mijn hand keren tegen hun kwellers.
Evangelie
Mc. 7, 31-37
Hij laat doven horen en stommen spreken.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus
allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd
vertrok Jezus uit de streek van Tyrus
en begaf zich over Sidon naar het meer van Galilea,
midden in de streek van Dekápolis.
Men bracht een doofstomme bij Hem
en smeekte Hem dat Hij deze de hand zou opleggen.
Jezus nam hem terzijde, buiten de kring van het volk,
stak hem de vingers in de oren
en raakte zijn tong met speeksel aan.
Vervolgens sloeg Hij zijn ogen ten hemel,
zuchtte en sprak tot hem:
„Effeta”,
wat betekent: Ga open.
Terstond gingen zijn oren open,
en werd de band van zijn tong losgemaakt
zodat hij normaal sprak.
Hij verbood hun het aan iemand te zeggen;
maar met hoe meer nadruk Hij dat verbood,
des te luider verkondigden zij het.
Buiten zichzelf van verbazing riepen zij uit:
„Hij heeft alles wel gedaan,
Hij laat doven horen en stommen spreken.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven