Parochiecluster Ubach over Worms

Lezingen - 11 februari 2026

Spring naar hoofdtekst

Navigatie­kalender

<februari 2026>
wkmadiwodovrzazo
05      1
062345678
079101112131415
0816171819202122
09232425262728 
        

Navigatie

Jaar A

Woensdag in de 5e week door het jaar

Eerste lezing

I Kon. 10,1-10 De koningin van Seba bevond hoe wijs Salomo was.
Uit het eerste Boek der Koningen
In die dagen was de faam die de Heer Salomo verleend had ook doorgedrongen tot de koningin van Seba en zij wilde hem persoonlijk op de proef stellen met raadsels. Zij begaf zich naar Jeruzalem met een zeer grote stoet kamelen, beladen met reukwerken, zeer veel goud en kostbare stenen. Toen zij bij Salomo gekomen was, legde zij hem alles voor wat zij in gedachte had. Maar Salomo wist het antwoord op al haar vragen; niets was voor de koning zo duister dat hij het antwoord schuldig moest blijven. Toen de koningin van Seba bevond hoe wijs Salomo was en zij het paleis zag dat hij had laten bouwen, de spijzen op zijn tafel, de hovelingen die mee aanzaten, de lakeien in hun uniform, de schenkers, de brandoffers die hij geregeld opdroeg in de tempel van de Heer, was zij buiten zichzelf van verbazing. Zij zei tot de koning: „Het is dus waar wat ik in mijn land gehoord heb over uw wijsheid en uw ondernemingen. „Ik heb het niet kunnen geloven, totdat ik hier kwam en het met eigen ogen zag. „Heus, men heeft mij nog niet de helft verteld; u bezit meer wijsheid en rijkdom dan ik gehoord had. „Wat een voorrecht voor uw mannen, wat een voorrecht voor uw dienaren, dat zij voortdurend voor u staan en uw woorden van wijsheid mogen horen. „Gezegend zij de Heer uw God, die in u zoveel welgevallen heeft gehad dat Hij u geplaatst heeft op de troon van Israël, en u in zijn aanhoudende liefde voor Israël tot koning heeft aangesteld om recht en gerechtigheid te handhaven.” Zij gaf de koning honderdtwintig talenten goud, zeer veel reukwerk en ook kostbare stenen. Nooit meer is er zoveel reukwerk aangevoerd als de koningin van Seba toen aan koning Salomo geschonken heeft.
Woord van de Heer. allen: Wij danken God.

Antwoordpsalm

Ps. 37 (36), 5-6, 30-31, 39-40
R: De mond van de vrome verkondigt wijsheid.
Vertrouw aan de Heer uw levensweg toe, verlaat u op Hem, Hij zal er voor zorgen. Uw eerzaamheid zal als de dageraad stralen, uw recht als de middagzon.
De mond van de vrome verkondigt wijsheid, zijn tong spreekt oprechte taal. De wet van zijn God is in zijn hart, zijn schreden wankelen niet.
Het heil van de vromen komt van de Heer; Hij is hun toevlucht in tijden van kwelling. De Heer staat hen bij en bevrijdt hen, Hij redt die zich tot Hem wenden.

Evangelie

Mc. 7, 14-23 Wat uit de mens komt, dat bezoedelt de mens.
De Heer zij met u. allen: En met uw geest. Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd riep Jezus het volk weer bij zich en sprak tot hen: „Luistert allen naar Mij en wilt verstaan: niets kan de mens bezoedelen wat van buiten af in hem komt. „Maar wat uit de mens komt dat bezoedelt de mens. „Als iemand oren heeft om te horen, hij luistere.” Nadat Hij zich van het volk had teruggetrokken en thuis gekomen was stelden zijn leerlingen Hem vragen over de gelijkenis. Hij antwoordde hun: „Begrijpt ook gij nog zo weinig? „Beseft gij dan niet, dat al wat van buiten af in de mens komt hem niet kan bezoedelen, omdat het niet in zijn hart komt maar in zijn buik en zijn weg vindt in een zekere plaats?” Zo verklaarde Hij alle voedsel rein. „Maar, – zei Hij – wat uit de mens komt, dat bezoedelt de mens. Want uit het binnenste, uit het hart van de mensen komen boze gedachten, ontucht, diefstal, moord, echtbreuk, hebzucht, kwaadaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst, godslastering, trots, lichtzinnigheid. „Al die slechte dingen komen uit het binnenste en bezoedelen de mens.”
Woord van de Heer. allen: Wij danken God.

Bron: Tiltenberg Getijdengebed

Terug naar boven