
Lezingen - 2 oktober 2025
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar C
HH. Engelbewaarders
Eerste lezing
Neh. 8, 1-4a. 5-6. 7b-12
Ezra opende het boek van de wet,
hij prees de Heer, en heel het volk antwoordde: Amen! Amen!
Uit het Boek Nehemia
In die dagen
stroomden alle Israëlieten
die zich in de steden gevestigd hadden,
samen op het plein voor de Waterpoort
en verzochten Ezra, de schriftgeleerde,
het boek te gaan halen van de wet
die de Heer door Mozes aan Israël gegeven had.
En Ezra, de priester, bracht het boek
voor de vergadering van mannen en vrouwen
en allen die de voorlezing konden volgen.
Het was de eerste dag van de zevende maand.
Vanaf de dageraad tot de middag
las Ezra voor uit het boek
op het plein voor de Waterpoort
ten aanhoren van de mannen en vrouwen
en van allen die het konden volgen.
Het volk luisterde aandachtig
naar de voorlezing van het wetboek.
Ezra, de schriftgeleerde,
ging op een houten verhoog staan
dat voor die gelegenheid opgeslagen was.
Ten aanschouwen van heel het volk,
– hij stak immers boven allen uit –
opende Ezra het boek.
Op dat ogenblik gingen allen staan.
Ezra prees de Heer, de grote God,
en heel het volk antwoordde: „Amen, Amen!”
Zij staken hun handen omhoog,
zij bogen het hoofd en zij aanbaden de Heer
met het gezicht tegen de grond.
En de levieten verklaarden het volk daar ter plaatse de wet.
Zij lazen uit het boek van Gods wet voor,
legden het uit en verklaarden de betekenis,
zodat allen de lezing verstonden.
Vervolgens zeiden Nehemia, de landvoogd, Ezra,
de priester en schriftgeleerde,
en de levieten die de uitleg gaven tot heel het volk:
„Deze dag is aan de Heer, uw God, gewijd.
„Gij moogt dus niet treurig zijn en niet wenen.”
Het hele volk was namelijk in tranen uitgebarsten
toen het de woorden van de wet hoorde.
En ze zeiden hun:
„Komt, gaat lekker eten en drinkt er zoete drank bij
en deelt ervan mee aan wie niets heeft,
want deze dag is aan onze Heer gewijd.
„Weest niet bedroefd,
maar de vreugde die de Heer u schenkt zij uw kracht.”
Zo kalmeerden de levieten het volk en ze zeiden:
„Weest nu stil! Dit is een heilige dag,
weest dus niet bedroefd.”
En het volk ging eten en drinken
en deelde van zijn maaltijd aan anderen mee.
Ze vierden uitbundig feest,
want ze hadden begrepen wat hun was voorgehouden.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 19 (18), 8, 9, 10, 11
R: Rechtmatig zijn de bevelen des Heren,
bevredigend voor het gemoed.
De wet van de Heer is volkomen,
zij sterkt de onzekere geest.
Zijn voorschriften zijn betrouwbaar,
onwetenden maken zij wijs.
Rechtmatig zijn al zijn bevelen,
bevredigend voor het gemoed.
Glashelder zijn zijn geboden,
zij zijn een licht voor het oog.
Het woord van de Heer is eerlijk,
het blijft in eeuwigheid waar.
Zijn uitspraken zijn waarachtig,
rechtvaardig in iedere zaak.
Gezocht meer dan goud of juwelen,
welsmakend als honingzeem.
Evangelie
Mt. 18, 1-5.10
Zij hebben engelen,
en deze aanschouwen voortdurend het aangezicht
van mijn Vader die in de hemel is.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs
allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd richtten de leerlingen tot Jezus de vraag:
„Wie is nu wel de grootste in het Rijk der hemelen?”
Hij riep een klein kind,
zette het in hun midden en zei
„Voorwaar, Ik zeg u:
als gij niet opnieuw wordt als de kleine kinderen,
zult gij het Rijk der hemelen zeker niet binnengaan.
Wie dus zichzelf gering acht zoals dit kind,
is de grootste in het Rijk der hemelen.
En wie in mijn Naam zulk een kind opneemt
neemt Mij op.
Hoedt u er voor een van deze kleinen te minachten,
want Ik zeg u:
zij hebben engelen in de hemel
en deze aanschouwen voortdurend
het aangezicht van mijn Vader die in de hemel is.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven