
Lezingen - 28 september 2025
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar C
Pagina 881
26e zondag door het jaar
Eerste lezing
Am. 6, 1 a. 4-7
Uit de Profeet Amos
Dit zegt de almachtige Heer:
„Wee, de zorgelozen in Sion,
de zelfverzekerden op Samaria’s berg.
„Zij liggen op ivoren bedden
en strekken zich uit op hun rustbanken;
zij eten de lammeren van de kudde op en de kalveren uit de stal.
„Zij verzinnen maar liederen bij het getokkel van de harp,
en denken dat hun speeltuig dat van David evenaart;
zij drinken wijn uit brede schalen
en zalven zich met de kostelijke olie,
maar om Jozefs ondergang bekreunen zij zich niet.
„Daarom gaan zij als eersten de ballingschap in,
en is het gedaan met de feesten
van hen die daar lui liggen uitgestrekt.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 146 (145) 7, 8-9a, 9bc-10
R: De Heer zal ik loven mijn leven lang.
of:
Alleluia.
De Heer doet altijd zijn woord gestand,
verdrukten verschaft Hij recht.
De Heer geeft brood aan wie honger heeft,
gevangenen geeft Hij de vrijheid.
De ogen van de blinden opent de Heer,
gebrokenen richt Hij weer op.
De Heer bemint de rechtvaardigen,
de Heer behoedt de ontheemden.
De Heer geeft wees en weduwe steun,
maar zondaars laat Hij verdwalen.
De Heer is koning in eeuwigheid,
uw God, Sion, heerst over alle geslachten.
Tweede lezing
1 Tim. 6, 11-16
Bewaar dit gebod tot de verschijning van de Heer.
Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan Timóteüs
Dierbare,
Streef naar gerechtigheid,
godsvrucht, geloof, liefde, volharding, zachtmoedigheid.
Strijd de goede strijd van het geloof,
grijp het eeuwige leven. Daartoe zijt gij geroepen,
daartoe hebt gij de goede belijdenis afgelegd
ten overstaan van vele getuigen.
Ik beveel u voor het aanschijn van God
die alles ten leven wekt, en van Christus Jezus
die voor Pontius Pilatus de goede belijdenis heeft afgelegd:
bewaar dit gebod onbevlekt en ongerept
tot de verschijning van onze Heer Jezus Christus
die God ons te rechter tijd zal doen aanschouwen,
Hij, de gelukzalige,
de enige Heerser,
de grote Koning en de opperste Heer
die alleen onsterfelijkheid bezit
en woont in ongenaakbaar licht.
Geen mens heeft Hem gezien of is in staat Hem te zien.
Hem zij eer en eeuwige macht! Amen.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Evangelie
Lc. 16, 19-31
Uw deel van het goede hebt gij ontvangen, en Lazarus viel het kwade ten deel; deze ondervindt nu vertroosting, maar gij wordt gefolterd.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas
allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd zei Jezus tot de Farizeeën:
„Er was eens een rijk man die in purper en fijn linnen gekleed ging
en iedere dag uitbundig feest vierde,
terwijl een arme, die Lazarus heette, met zweren overdekt voor de poort lag.
„Hij verlangde er naar zijn honger te stillen
met wat bij de rijkaard van de tafel viel.
„Maar er kwamen alleen honden die zijn zweren likten.
„Nu gebeurde het dat de arme stierf
en door de engelen in de schoot van Abraham werd gedragen.
„De rijke stierf ook en kreeg een eervolle begrafenis.
„In de onderwereld, ten prooi aan vele pijnen
sloeg hij zijn ogen op en zag van verre Abraham
en Lazarus in diens schoot.
„Toen riep hij uit:
Vader Abraham, ontferm u over mij
en geef Lazarus opdracht de top van zijn vinger in water te dopen
en mijn tong daarmee te komen verfrissen,
want ik word door de vlammen hier gefolterd.
„Maar Abraham antwoordde:
Mijn zoon, herinner u hoe gij tijdens uw leven
uw deel van het goede hebt gekregen
en hoe op gelijke manier aan Lazarus het kwade ten deel viel;
daarom ondervindt hij nu hier de vertroosting
maar wordt gij gefolterd.
Daarenboven gaapt er tussen ons en u voorgoed een wijde kloof,
zodat er geen mogelijkheid bestaat,
– zelfs als men zou willen –
van hier naar u te gaan noch van daar naar ons te komen.
„De rijke zei:
Dan vraag ik u, vader,
dat gij hem naar het huis van mijn vader wilt sturen,
want ik heb nog vijf broers;
laat hij hen waarschuwen opdat zij niet eveneens
in deze plaats van pijniging terecht komen.
„Maar Abraham sprak:
Zij hebben Mozes en de profeten; laat ze naar hen luisteren.
„Maar hij zei:
Och neen, vader Abraham
Maar als er een uit de doden naar hen toegaat, zullen ze zich bekeren.
„Hij echter sprak tot hem:
Als ze naar Mozes en”de profeten niet luisteren,
zullen ze zich ook niet laten overreden
als er iemand uit de doden opstaat.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven