
Lezingen - 11 september 2025
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar C
Donderdag in de 23e week door het jaar
Eerste lezing
Kol. 3, 12-17
De liefde is de band der volmaaktheid.
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Kolosse
Broeders en zusters,
Doet aan als Gods heilige en geliefde uitverkorenen
tedere ontferming, goedheid, deemoed,
zachtheid en geduld.
Verdraagt elkander
en vergeeft elkander als de een tegen de ander een grief heeft.
Zoals de Heer u vergeven heeft
zo moet ook gij vergeven.
Voegt bij dit alles de liefde als de band der volmaaktheid.
En laat de vrede van Christus heersen in uw hart;
daartoe zijt gij immers geroepen, als leden van één lichaam.
En weest dankbaar.
Het woord van Christus moge in volle rijkdom onder u wonen.
Leert en vermaant elkander met alle wijsheid.
Zingt voor God met een dankbaar hart psalmen,
hymnen en liederen,
ingegeven door de Geest.
En al wat gij doet in woord of werk
doet alles in de naam van Jezus de Heer,
God de Vader dankend door Hem.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 150, 1-2, 3-4, 5-6
R: Al wat ademt: looft de Heer!
of: Alleluia.
Looft de Heer in zijn paleis,
looft Hem in zijn hoge hemel.
Looft Hem om zijn grote daden,
looft Hem om zijn majesteit:
Looft Hem met bazuingeschal,
looft de Heer met harp en citer.
Looft Hem met timpaan en reidans,
looft Hem met gitaar en fluit.
Looft Hem met geklep van bekkens,
looft Hem met cimbaal-gerinkel:
al wat ademt: looft de Heer!
Evangelie
Lc. 6, 27-38
Weest barmhartig zoals uw Vader barmhartig is.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas
allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
„Tot u die naar Mij luistert zeg Ik: Bemint uw vijanden,
doet wel aan die u haten,
zegent hen die u vervloeken
en bidt voor hen die u mishandelen.
„Als iemand u op de ene wang slaat
keer hem ook de andere toe;
en als iemand uw bovenkleed van u afneemt
belet hem niet ook uw onderkleed te nemen.
„Geeft aan ieder die u iets vraagt,
en als iemand wegneemt wat u toebehoort eist het niet terug.
„Zoals gij wilt dat de mensen u behandelen moet gij het hun doen.
„Als gij bemint wie u beminnen,
wat voor recht op dank hebt ge dan?
„Ook de zondaars beminnen wie hen liefhebben.
„Als gij weldoet aan wie u weldaden bewijzen,
wat voor recht op dank hebt ge dan?
„Dat doen de zondaars ook.
„Als gij leent aan hen van wie ge hoopt terug te krijgen,
wat voor recht op dank hebt ge dan?
„Ook de zondaars lenen aan zondaars
met de bedoeling evenveel terug te krijgen.
„Neen,
bemint uw vijanden, doet goed
en leent uit zonder er op te rekenen iets terug te krijgen.
„Dan zal uw loon groot zijn,
dan zult ge kinderen zijn van de Allerhoogste,
die immers ook goed is voor de ondankbaren en slechten.
„Weest barmhartig zoals uw Vader barmhartig is.
„Oordeelt niet,
dan zult ge niet geoordeeld worden.
„Veroordeelt niet,
dan zult ge niet veroordeeld worden.
„Spreekt vrij
en ge zult vrijgesproken worden.
„Geeft
en u zal gegeven worden:
een goede, gestampte, geschudde en overlopende maat
zal men u in de schoot storten.
„De maat die gij gebruikt
zal men ook voor u gebruiken.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven