
Lezingen - 5 februari 2025
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar C
H. Agatha, maagd en martelares
Eerste lezing
Hebr. 12, 4-7.11-15
De Heer tuchtigt hen die Hij liefheeft.
Uit de brief aan de Hebreeën
Broeders en zusters,
Uw strijd tegen de zonde heeft u nog geen bloed gekost.
Ge zijt het schriftwoord vergeten
dat u als kinderen aanspreekt en vermaant:
„Kind, minacht de tucht van de Heer niet,
laat u door zijn straf niet ontmoedigen.
„Want de Heer tuchtigt hen die Hij liefheeft,
Hij straft ieder die Hij als zijn kind erkent.”
Het lijden dient om u te verbeteren en op te voeden;
God behandelt u als kinderen.
Ieder kind wordt wel ooit door zijn vader gestraft.
Tucht is nooit prettig,
op het moment zelf is er meer verdriet dan blijdschap;
maar op lange termijn
levert ze voor degenen die zich door haar lieten vormen
de heilzame vrucht op van een heilig leven.
Daarom, heft op de slappe handen,
strekt de wankele knieën,
laat uw voeten rechte wegen gaan;
het kreupele lid mag niet ontwricht worden maar moet genezen.
Streeft naar vrede met alle mensen
en naar een heilig leven,
want zonder dat zal niemand de Heer zien.
Past op dat niemand van u de genade van God verspeelt.
Laat geen bitter, schadelijk onkruid opkomen
dat uw hele gemeente vergiftigt.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 103 (102), 1-2, 13-14, 17-18a
R: Gods erbarmen blijft altijd en eeuwig,
rechtvaardig is Hij voor geslacht na geslacht.
Verheerlijk, mijn ziel, de Heer,
zijn heilige Naam uit het diepst van uw wezen!
Verheerlijk, mijn ziel, de Heer,
vergeet zijn weldaden niet.
Zo zeer als een vader zijn kinderen liefheeft,
zo zeer heeft de Heer zijn dienaren lief.
Hij weet toch waaruit Hij de mens heeft gemaakt,
Hij denkt er aan dat wij slechts stof zijn.
Maar Gods erbarmen blijft altijd en eeuwig,
rechtvaardig is Hij voor geslacht na geslacht,
voor allen die trouw zijn verbond onderhouden.
Evangelie
Mc. 6, 1-6
Een profeet wordt overal geëerd behalve in zijn eigen stad.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus
allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd
begaf Jezus zich naar zijn vaderstad
en zijn leerlingen gingen met Hem mee.
Toen het sabbat was begon Hij te onderrichten in de synagoge.
De talrijke toehoorders vroegen verbaasd:
„Waar heeft Hij dat vandaan?
„En wat is dat voor een wijsheid die Hem geschonken is?
„En wat zijn dat voor wonderen die zijn handen verrichten?
„Is dat niet de timmerman, de zoon van Maria
en de broeder van Jakobus en Jozef en Judas en Simon?
„En wonen zijn zusters niet hier bij ons?”
En zij namen er aanstoot aan.
Maar Jezus sprak tot hen:
„Een profeet wordt overal geëerd
behalve in zijn eigen stad,
bij zijn verwanten en in zijn eigen kring.”
Hij kon daar geen enkel wonder doen,
behalve dat Hij een klein aantal zieken genas
die Hij de handen oplegde.
Hij stond verwonderd over hun ongeloof.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven