
Lezingen - 16 januari 2025
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar C
Donderdag in de 1e week door het jaar
Eerste lezing
Hebr. 3, 7-14
Spreekt elkaar moed in, elke dag, zolang het „heden” duurt.
Uit de brief aan de Hebreeën
Broeders en zusters,
Luistert naar wat de heilige Geest zegt:
„Heden, als gij zijn stem hoort,
weest dan niet halsstarrig zoals eertijds bij het oproer,
op de dag van de uitdaging in de woestijn,
waar uw vaderen Mij hebben uitgedaagd
en op de proef gesteld
ofschoon zij mijn werk gezien hadden, veertig jaar lang.
„Daarom werd Ik toornig op dat geslacht
en Ik zei: Altijd door dwaalt hun hart;
mijn wegen hebben zij niet willen kennen.
„En Ik heb gezworen in mijn gramschap
nooit zullen zij ingaan in mijn rust.”
Zorgt ervoor, broeders en zusters,
dat onder u niemand zo’n slechte en trouweloze gezindheid heeft,
die leidt tot afval van de levende God.
Spreekt elkaar moed in
elke dag, zolang dat ,heden’ duurt,
zodat niemand zich door de zonde
tot zulk een halsstarrigheid laat verleiden.
Want wij zijn Christus’ deelgenoten geworden,
mits we ons aanvankelijk vertrouwen
ongeschokt bewaren tot het einde.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 95 (94), 6-7, 8-9, 10-11
R: Luistert heden naar de stem van de Heer,
en weest niet halsstarrig.
Komt, laat ons aanbiddend ter aarde vallen,
neerknielen voor Hem die ons schiep.
Hij is onze God en wij zijn volk,
Hij is de herder en wij zijn kudde.
Luistert heden dan naar zijn stem
weest niet halsstarrig als eens in Meriba,
zoals in Massa in de woestijn;
waar uw vaderen Mij wilden tarten
ofschoon zij mijn daden hadden gezien.
Veertig jaar stond dit volk Mij tegen Ik sprak:
zij zijn toch een dolend volk,
zij kennen mijn wegen niet.
Daarom heb Ik in gramschap gezworen
nimmer vinden zij rust bij Mij.
Evangelie
Mc. 1, 40-45
Terstond verdween de melaatsheid en de man was gereinigd.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus
allen: Lof zij U, Christus.
Er kwam eens een melaatse bij Jezus
die op zijn knieën viel en Hem smeekte:
„Als Gij wilt, kunt Gij mij reinigen.”
Door medelijden bewogen stak Hij de hand uit,
raakte hem aan en sprak tot hem:
„Ik wil, word rein.”
Terstond verdween de melaatsheid en was hij gereinigd.
Terwijl Hij hem wegstuurde, vermaande Hij hem met klem:
„Zorg ervoor dat ge aan niemand iets zegt,
maar ga u laten zien aan de priester
en offer voor uw reiniging wat Mozes heeft voorgeschreven,
om ze het bewijs te leveren.”
Eenmaal vertrokken
begon de man zijn verhaal overal in het openbaar te vertellen
en ruchtbaarheid aan de zaak te geven,
met het gevolg
dat Jezus niet meer openlijk in de stad kon komen,
maar buiten op eenzame plaatsen verbleef.
Toch kwamen de mensen van alle kanten naar Hem toe.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven