Parochiecluster Ubach over Worms

Lezingen - 15 januari 2025

Spring naar hoofdtekst

Navigatie­kalender

<januari 2025>
wkmadiwodovrzazo
01  12345
026789101112
0313141516171819
0420212223242526
052728293031  
        

Navigatie

Jaar C

H. Arnold Janssen, priester

Eerste lezing

Hebr. 2, 14-18 Jezus moest in alles aan zijn broeders gelijk worden.
Uit de brief aan de Hebreeën
Broeders en zusters,
De kinderen van één familie hebben deel aan hetzelfde vlees en bloed; daarom heeft Jezus ons bestaan willen delen, om door zijn dood de vorst van de dood, de duivel, te onttronen en om hen te bevrijden, die door de vrees voor de dood heel hun leven aan onvrijheid onderworpen waren. Want het zijn niet de engelen die Hij zich aantrekt maar de nakomelingen van Abraham. Vandaar dat Hij in alles aan zijn broeders gelijk moest worden, om als een medelijdend en getrouw hogepriester hun belangen bij God te behartigen en de zonden van het volk uit te boeten. Omdat Hij zelf de proef van het lijden doorstaan heeft, kan Hij allen helpen die beproefd worden.
Woord van de Heer. allen: Wij danken God.

Antwoordpsalm

Ps. 105 (104), 1-2, 3-4, 6-7, 8-9
R: Voor eeuwig blijft Gods verbond van kracht. of: Alleluia.
Verheerlijkt de Heer en aanbidt zijn Naam, verkondigt de volken zijn daden. Bezingt Hem en tokkelt de snaren voor Hem, verhaalt al zijn wondere werken.
Gaat groot op de heilige Naam van de Heer, verheugt u, gij die Hem aanhangt. Verlaat u op Hem, op zijn machtige arm, blijft altijd zijn Aanschijn zoeken.
Gij, kroest van zijn dienaar Abraham, gij zonen van Jakob, zijn welbeminde. De Heer, Hij is onze enige God, wat Hij beslist geldt voor heel de aarde.
Voor eeuwig blijft zijn verbond van kracht, wat Hij beloofd heeft voor duizend geslachten. De bond die Hij vroeger met Abraham sloot, de eed die Hij Isaäk eens heeft gezworen.

Evangelie

Mc. 1, 29-39 Velen die aan allerhande ziekten leden werden door Jezus genezen.
De Heer zij met u. allen: En met uw geest. Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd toen Jezus uit de synagoge kwam, ging Hij met Jakobus en Johannes naar het huis van Simon en Andreas. De schoonmoeder van Simon lag met koorts te bed; zij spraken Hem aanstonds over haar. Hij ging naar haar toe, pakte ze bij de hand en deed haar opstaan; zij werd vrij van koorts en bediende hen. In de avond, na zonsondergang, bracht men allen die lijdend of bezeten waren bij Hem. Heel de stad stroomde voor de deur samen. Velen die aan allerhande ziekten leden genas Hij en Hij dreef tal van geesten uit, maar Hij liet niet toe dat de boze geesten spraken, omdat zij Hem kenden. Vroeg, nog diep in de nacht, stond Hij op, ging naar buiten en begaf zich naar een eenzame plaats waar Hij bleef bidden. Simon en zijn metgezellen kwamen Hem achterop en toen ze Hem gevonden hadden zeiden ze: „Iedereen zoekt U.” Hij antwoordde hun: „Laten we ergens anders heen gaan, naar de dorpen in de omtrek, opdat Ik ook daar kan prediken. „Daartoe immers ben Ik uitgegaan.” Hij trok door heel Galilea, predikte in hun synagogen en dreef de boze geesten uit.
Woord van de Heer. allen: Wij danken God.

Bron: Tiltenberg Getijdengebed

Terug naar boven