
Lezingen - 4 januari 2025
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar C
4 januari
Eerste lezing
1 Joh. 3, 7-10
Een kind van God kan niet zondigen want hij is uit God geboren.
Uit de eerste brief van de heilige apostel Johannes
Kinderen,
laat u niet misleiden:
wie het goede doet is heilig zoals de Zoon van God;
wie zondigt is een kind van de duivel
want de duivel zondigt vanaf het begin,
en de Zoon van God is juist gekomen
om het werk van de duivel ongedaan te maken.
Een kind van God zondigt niet
want de goddelijke levenskiem blijft werkzaam in hem;
hij kan zelfs niet zondigen
want hij is uit God geboren.
Hieraan kan men de kinderen van God
en de kinderen van de duivel onderscheiden:
wie het goede niet doet
is Gods kind niet,
allerminst hij die zijn broeder niet liefheeft.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 98 (97), 1, 7-8, 9
R: Zingt voor de Heer een nieuw gezang
omdat Hij wonderen deed.
Zingt voor de Heer een nieuw gezang
omdat Hij wonderen deed.
Zijn hand deed zich krachtig gelden,
de macht van zijn heilige arm.
De zee stemt in met al haar gedierte,
de aarde met al wat daar leeft;
de beken klateren bijval,
de bergen jubelen mee.
Zij groeten de Heer, die nabij komt.
die nadert als koning der aarde.
Rechtvaardig bestuurt Hij de wereld,
de volken met billijkheid.
Evangelie
Joh. 1, 35-42
Wij hebben de Messias gevonden.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes
allen: Lof zij U, Christus.
De volgende dag stond Johannes daar weer,
nu met twee van zijn leerlingen.
Hij richtte het oog op Jezus die voorbijging en sprak:
„Zie, het Lam Gods.”
De twee leerlingen hoorden hem dat zeggen
en gingen Jezus achterna.
Jezus keerde zich om
en toen Hij zag dat zij Hem volgden vroeg Hij hun:
„Wat verlangt gij?”
Ze zeiden tot Hem:
„Rabbi,
– vertaald betekent dit: Meester –
waar houdt Gij U op?”
Hij zei hun:
„Gaat mee om het te zien.”
Daarop gingen zij mee
en zagen waar Hij zich ophield.
Die dag bleven zij bij Hem.
Het was ongeveer het tiende uur.
Andreas, de broer van Simon Petrus, was een van die twee
die het gezegde van Johannes hadden gehoord
en Jezus achterna waren gegaan.
De eerste die hij ontmoette was zijn broer Simon
tot wie hij zei:
„Wij hebben de Messias
– dat vertaald betekent: de Gezalfde –
gevonden,”
en hij bracht hem bij Jezus.
Jezus zag hem aan en zeide:
„Gij zijt Simon, de zoon van Johannes;
gij zult Kefas genoemd worden,
– dat betekent: Rots.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven