
Lezingen - 16 november 2024
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar B
Zaterdag in de 32e week door het jaar
Eerste lezing
3 Joh. 5-8
Het is onze plicht de zaak van de waarheid te steunen door de broeders te ontvangen.
Uit de derde brief van de heilige apostel Johannes
Dierbare,
Gij bewijst de broeders trouwe dienst
ook al zijn het vreemden voor u.
Zij hebben dan ook ten overstaan van de gemeente
van uw liefde getuigd.
Gij doet er goed aan, hen ook voor de verdere reis uit te rusten
op een wijze die God waardig is.
Want terwille van de Naam hebben zij zich op weg begeven
zonder iets van de heidenen aan te nemen.
Het is onze plicht de zaak van de waarheid te steunen
door zulke mannen gastvrij te ontvangen.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 112 (111), 1-2, 3-4, 5-6
R: Gelukkig de man die ontzag heeft voor God.
of: Alleluia.
Gelukkig de man die ontzag heeft voor God,
die vreugde vindt in zijn geboden.
Zijn kroost zal machtig zijn in het land,
gezegend zal zijn het geslacht van de vrome.
Welvaart en rijkdom sieren zijn huis,
hij zal zijn gerechtigheid nooit verliezen.
Hij is voor de vromen een licht in de nacht,
weldadig, barmhartig, rechtvaardig.
Goed gaat het de man die weggeeft en leent,
die eerlijk zijn zaken behartigt.
In eeuwigheid staat de rechtvaardige sterk,
men blijft hem voor eeuwig gedenken.
Evangelie
Lc. 18, 1-8
Zou God geen recht verschaffen aan zijn uitverkorenen
die dag en nacht tot Hem roepen?
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus
allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd leerde Jezus zijn leerlingen een gelijkenis
dat zij steeds moesten bidden en daarin niet versagen.
Hij zei:
„Er was eens in een zekere stad een rechter
die zich om God noch gebod bekommerde.
„Er was ook een weduwe in die stad
die herhaaldelijk bij hem kwam met het verzoek:
Verschaf mij recht ten opzichte van mijn tegenstander.
„Een tijdlang wilde die rechter niet,
maar daarna zei hij bij zichzelf:
Al bekommer ik mij om God noch gebod,
toch zal ik die weduwe recht verschaffen
om niet langer geplaagd te worden
door haar eindeloze bezoeken.”
En de Heer sprak:
„Hoort wat de onrechtvaardige rechter zegt!
„Zou God dan geen recht verschaffen aan zijn uitverkorenen
die dag en nacht tot Hem roepen,
of zal Hij ten opzichte van hen onbewogen blijven?
„Ik zeg u: Hij zal hun spoedig recht verschaffen.
„Maar: zal de Mensenzoon bij zijn komst
het geloof op aarde vinden?”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven