
Lezingen - 14 november 2024
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar B
Donderdag in de 32e week door het jaar
Eerste lezing
Filemon 7-20
Heet hem welkom, nu niet meer als slaaf, maar als een geliefde broeder.
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan Filémon
Dierbare,
Veel vreugde en troost
heb ik al ondervonden van de liefde
waarmee gij het hart van de christenen verkwikt hebt.
Daarom,
al heb ik ook in Christus alle recht u op uw plicht te wijzen,
geef ik toch de voorkeur aan een verzoek
en aan een beroep op uw liefde.
Paulus is het die u schrijft, een oud man,
nu bovendien een gevangene van Christus Jezus,
en mijn verzoek geldt het kind
dat ik hier in de gevangenis voor de Heer heb gewonnen,
ik bedoel Onésimus,
die u in het verleden bijzonder weinig voordeel heeft opgeleverd
maar die nu terdege nuttig is,
zowel voor u als voor mij.
Ik stuur hem terug naar u en met hem heel mijn liefde.
Gaarne had ik hem hier gehouden
als uw plaatsvervanger, om voor mij te zorgen
in mijn gevangenschap voor het evangelie.
Maar ik wil niets doen zonder uw instemming,
ik wil niets afdwingen:
uw goedheid moet zich spontaan kunnen uiten!
Misschien was dat wel de reden
waarom hij een tijd lang bij u is weg geweest
dat ge hem voorgoed terug zoudt krijgen,
nu niet meer als slaaf maar als veel meer dan een slaaf,
als een geliefde broeder.
Dat is hij voor mij al helemaal, hoeveel meer dan voor u,
als mens en als christen.
Als gij u dus met mij verbonden voelt
heet hem dan welkom zoals ge het mij zoudt doen.
En mocht hij u schade hebben berokkend of iets schuldig zijn,
zet het maar op mijn rekening.
Hier is mijn handtekening Paulus, ik zal betalen ...
Of zullen we zeggen: zet het op uw eigen rekening?
Ge zijt me toch al uzelf schuldig!
Kom broeder,
laat me een beetje van u profiteren, terwille van de Heer.
Stel om Christus’ wil mijn hart gerust.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 146 (145), 7, 8-9a, 9bc-10
R: Gelukkig wie hulp zoekt bij Jakobs God.
of: Alleluia.
De Heer doet altijd zijn woord gestand,
verdrukten verschaft Hij recht.
De Heer geeft brood aan wie honger heeft,
gevangenen geeft Hij de vrijheid.
De ogen van de blinden opent de Heer,
gebrokenen richt Hij weer op.
De Heer bemint de rechtvaardigen,
de Heer behoedt de ontheemden.
De Heer geeft wees en weduwe steun,
maar zondaars laat Hij verdwalen.
De Heer is koning in eeuwigheid,
uw God, Sion, heerst over alle geslachten.
Evangelie
Lc. 17, 20-25
Het Rijk Gods is midden onder u.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus
allen: Lof zij U, Christus.
Toen Jezus door de Farizeeën de vraag werd gesteld,
wanneer het Rijk Gods zou komen,
gaf Hij hun ten antwoord:
„De komst van het Rijk Gods kunt ge niet waarnemen.
„Men kan niet zeggen: Kijk, hier is het of daar is het.
„Want het Rijk Gods is midden onder u.”
Verder zei Hij tot zijn leerlingen:
„Er zal een tijd komen, dat gij zult wensen
één dag van de Mensenzoon te zien
maar gij zult de Mensenzoon niet zien.
„Als men u zal zeggen:
Zie, Hij is daar, of: Zie, Hij is hier,
gaat er dan niet naar toe en volgt ze niet.
„Want wanneer zijn dag komt
zal de Mensenzoon zijn als de opflitsende bliksem,
die schittert van het ene einde van de hemel tot het andere.
„Maar eerst moet Hij veel lijden
en door dit geslacht verworpen worden.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven