
Lezingen - 11 november 2024
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar B
H. Martinus van Tours, bisschop
Eerste lezing
Tit. 1, 1-9
Stel presbyters aan volgens de richtlijnen die ik u heb gegeven.
Begin van de brief van de heilige apostel Paulus aan Titus
Van Paulus,
dienstknecht van God en apostel van Jezus Christus,
om Gods uitverkorenen te brengen tot het geloof
en de kennis van de ware godsdienst,
in de hoop op het eeuwige leven.
Reeds lang geleden heeft God die niet liegt,
eeuwig leven beloofd
en nu, te zijner tijd,
heeft Hij zijn woord openbaar gemaakt
in de verkondiging die mij is toevertrouwd
door een opdracht van God onze Heiland ...
Paulus aan Titus,
zijn wettig kind in het gemeenschappelijk geloof.
Genade en vrede voor u
vanwege God onze Vader en Christus Jezus onze Heiland!
Ik heb u op Kreta achtergelaten met de bedoeling
dat gij de organisatie van de kerk zoudt voltooien
door in elke stad presbyters aan te stellen
volgens de richtlijnen die ik u heb gegeven:
onberispelijke mannen, trouwe echtgenoten,
wier kinderen gelovigen zijn
en geen opspraak wegens losbandigheid of tuchteloosheid.
Want de leider van de gemeente moet onberispelijk zijn
als beheerder van Gods huis,
niet aanmatigend, niet driftig, niet aan de wijn verslaafd,
niet vechtlustig, niet geldgierig
maar gastvrij, deugdzaam, bezonnen,
rechtvaardig, vroom, ingetogen,
met zorg voor de overgeleverde rechtzinnige leer
en in staat om volgens de gezonde beginselen te vermanen
en tegensprekers te weerleggen.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 24 (23), 1-2, 3-4ab, 5-6
R: Dit is het geslacht dat zich richt tot de Heer.
Aan God hoort de aarde en al wat er op is,
de aardschijf en al wat daar woont;
want Hij heeft haar op het water gegrondvest,
haar vastgelegd op de zee.
Wie zal beklimmen de berg van de Heer,
wie in zijn heiligdom staan?
Die rein is van handen en zuiver van hart,
zijn zinnen niet zet op wat kwaad is,
zijn evenmens niet bedriegt.
Hij zal door de Heer gezegend worden,
beloond door God, zijn verlosser.
Zo doet het geslacht dat zich richt tot Hem,
dat staat voor het aanschijn van Jakobs God.
Evangelie
Lc. 17, 1-6
Als uw broeder zich zevenmaal per dag tot u wendt
met de woorden: het spijt me, dan moet ge hem vergeven.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus
allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd sprak Jezus tot zijn leerlingen:
„Dat er ergernissen komen is onvermijdelijk,
maar wee de mens door wiens toedoen ze komen.
„Het zou beter voor hem zijn
als men hem een molensteen om de hals deed en in zee wierp,
dan dat hij aan een van deze kleinen aanleiding tot zonde geeft.
„Wacht u daarvoor.
„Als uw broeder gezondigd heeft, geef hem een berisping;
toont hij dan spijt, vergeef het hem.
„Al misdoet hij zevenmaal per dag tegen u,
maar zevenmaal ook wendt hij zich tot u met de woorden het spijt me,
dan moet ge hem vergeven.”
De apostelen zeiden nu tot de Heer:
„Geef ons meer geloof.”
De Heer antwoordde:
„Als ge een geloof had als een mosterdzaadje,
zoudt ge tot die moerbeiboom zeggen
Maak uw wortels los uit de grond en plant u in de zee,
en hij zou u gehoorzamen.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven