
Lezingen - 30 oktober 2024
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar B
Z. Maria Teresa van de H. Jozef, maagd
Eerste lezing
Ef. 6, 1-9
Niet als ogendienaars die mensen willen behagen,
maar als knechten van Christus.
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Efeze
Kinderen, gehoorzaamt uw ouders; zo hoort het.
„Eer uw vader en uw moeder”,
zo luidt het eerste gebod
waaraan een belofte is verbonden:
opdat het u wel ga en gij lang moogt leven op aarde.
En gij vaders, verbittert uw kinderen niet
maar voedt ze op met christelijke tucht en vermaning.
Slaven, weest uw aardse meesters gehoorzaam
met eerbied en in eenvoud des harten
als gold uw onderdanigheid Christus zelf.
Niet als ogendienaars die mensen willen behagen
maar als knechten van Christus,
die Gods wil van harte volbrengen.
Dient welgemoed in de mensen de Heer,
wetend dat ieder het goede dat hij gedaan heeft,
van de Heer zal terug ontvangen,
of hij nu een slaaf is of een vrije.
En gij meesters, behandelt hen in dezelfde geest.
Laat dreigementen achterwege.
Denkt eraan dat gij dezelfde Meester in de hemel hebt als zij:
Hij heeft geen gunstelingen.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 145 (144), 10-11, 12-13ab, 13Cd-14
R: Waarachtig is God in al zijn woorden.
Uw werken zullen U prijzen, Heer,
uw vromen zullen U loven.
Zij roemen de glorie van uw heerschappij,
uw macht verkondigen zij.
Zij maken uw kracht aan de mensen bekend,
de pracht van uw koninkrijk.
Uw rijk is een rijk voor alle eeuwen,
uw heerschappij geldt voor ieder geslacht.
Waarachtig is God in al zijn woorden
en heilig in al wat Hij doet.
De Heer ondersteunt die dreigen te vallen,
richt alwie gebukt gaat weer op.
Evangelie
Lc. 13, 22-30
Zij zullen komen uit het oosten en het westen,
en zij zullen aanzitten in het Koninkrijk Gods.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas
allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd trok Jezus rond
door steden en dorpen, en gaf er onderricht
en Hij zette zijn reis voort naar Jeruzalem.
Iemand vroeg Hem:
„Heer, zijn het er weinig die gered worden?”
Maar Hij sprak tot hen:
„Spant u tot het uiterste in
om door de nauwe deur binnen te komen,
want, Ik zeg u, velen zullen proberen binnen te komen
maar zij zullen daar niet in slagen.
„Als eenmaal de huisvader is opgestaan
en de deur gesloten heeft
en als gij dan buiten op de deur begint te kloppen
en begint te roepen: Heer, doe open!
zal Hij u antwoorden: Ik weet niet waar gij vandaan komt.
„Dan zult ge opwerpen:
In uw tegenwoordigheid hebben wij gegeten en gedronken,
en in onze straten hebt Gij onderricht gegeven.
„Maar weer zal zijn antwoord zijn:
Ik weet niet waar gij vandaan komt.
„Gaat weg van Mij, gij allen, bedrijvers van ongerechtigheid.
„Daar zal geween zijn en tandengeknars,
wanneer gij Abraham, Isaäkk en Jakob en al de profeten
zult zien in het Rijk Gods,
terwijl ge zelf buitengeworpen zult zijn.
„Zij zullen komen uit het oosten en het westen,
uit het noorden en het zuiden,
en zij zullen aanzitten in het Koninkrijk Gods.
„Denkt eraan
er zijn laatsten die eersten en eersten die laatsten zullen zijn.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven