
Lezingen - 29 juli 2024
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar B
HH. Marta, Maria en Lazarus
Eerste lezing
Jer. 13, 1-11
Dit volk wordt als een lendendoek die nergens meer voor deugt.
Uit de Profeet Jeremia
Dit zegt de Heer tot mij:
„Ga een linnen lendendoek kopen, sla die om uw middel
en zorg dat hij niet nat wordt.”
Ik kocht dus een lendendoek, zoals de Heer had gevraagd,
en sloeg die om mijn middel.
Weer kwam het woord van de Heer tot mij:
„Ga naar de Eufraat
met de lendendoek die gij gekocht hebt, om uw middel,
en verberg hem daar in een rotsspleet.”
Ik ging naar de Eufraat en verborg hem daar,
zoals de Heer mij bevolen had.
Geruime tijd nadien zei de Heer tot mij:
„Ga naar de Eufraat en haal de lendendoek op
die gij daar op mijn bevel hebt verborgen.”
Ik ging naar de Eufraat,
zocht de plek op waar ik de lendendoek had verborgen
en haalde hem weer te voorschijn.
Maar de lendendoek was vergaan, hij deugde nergens meer voor.
Daarna kwam het woord van de Heer tot mij:
„Dit zegt de Heer:
Op dezelfde manier
zal Ik de trots van Juda
en van Jeruzalem laten vergaan.
„Dit verdorven volk dat niet naar mijn woorden wil luisteren,
dat hardnekkig zijn eigen weg gaat,
dat achter vreemde goden aanloopt,
hen dient en vereert,
het wordt als deze lendendoek die nergens meer voor deugt.
„Want zo vast
als een lendendoek zit om het middel van een man,
zo vast had Ik heel Israël en heel Juda aan Mij gehecht
– zegt de Heer –;
ze zouden mijn volk, mijn eer, mijn roem en mijn glorie zijn.
„Maar ze hebben niet geluisterd.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Deut. 32, 18-19, 20, 21
R: De rots die u voortbracht hebt ge verlaten!
De rots die u voortbracht hebt ge verlaten,
vergeten de God die u heeft verwekt
De Heer zag het aan en in toorn ontbrand
verwierp Hij zijn zonen en dochters.
Hij sprak: mijn gelaat verberg Ik voor hen,
Ik wil eens zien hoe dit afloopt.
Het is een geslacht dat verdorven is,
het zijn onbetrouwbare lieden.
Zij tarten Mij met hun goden van niets,
zij tergen Mij met armzalige wezens
dan tart Ik hen ook met een volk van niets,
dan terg Ik hen ook met armzalige mensen.
Evangelie
Joh. 11, 19-27
Ik geloof dat Gij de Messias zijt, de Zoon Gods.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes
allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd
waren vele Joden naar Martha en Maria gekomen
om hen te troosten over het verlies van hun broer.
Zodra Martha hoorde dat Jezus op komst was
ging zij Hem tegemoet;
Maria echter bleef thuis.
Martha zei tot Jezus:
„Heer, als Gij hier waart geweest
zou mijn broer niet gestorven zijn.
Maar zelfs nu weet ik,
dat, wat Gij ook aan God vraagt,
God het U zal geven.”
Jezus zei tot haar:
„Uw broer zal verrijzen.”
Martha antwoordde:
„Ik weet dat hij zal verrijzen,
bij de verrijzenis op de laatste dag.”
Jezus zei haar:
„Ik ben de verrijzenis en het leven.
Wie in Mij gelooft zal leven
ook al is hij gestorven,
en ieder die leeft in geloof aan Mij
zal in eeuwigheid niet sterven.
Gelooft gij dit?”
Zij zei tot Hem:
„Ja, Heer,
ik geloof vast dat Gij de Messias zijt,
de Zoon Gods die in de wereld komt.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven