
Lezingen - 23 mei 2024
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar B
Onze Heer Jezus Christus, eeuwige Hogepriester
Eerste lezing
Jer. 31, 31-34
Ik zal een nieuw verbond sluiten en aan hun zonden niet meer denken.
Uit de Profeet Jeremia
Er komt een tijd
– godsspraak van de Heer –
dat ik met Israël een nieuw verbond sluit.
Geen verbond zoals ik met hun voorvaderen gesloten heb,
toen ik hen bij de hand heb genomen
om hen uit Egypte te leiden.
Want dat verbond hebben zij verbroken,
ofschoon ik hun meester was
– godsspraak van de Heer –.
Dit is het nieuwe verbond
dat ik in de toekomst met Israël sluit:
Ik leg mijn wet in hun binnenste,
ik grif ze in hun hart. Ik zal hun God zijn
en zij zullen mijn volk zijn.
Dan hoeft niemand een ander nog voor te houden:
Leer de Heer kennen.
Want iedereen, groot en klein kent mij dan
– godsspraak van de Heer –.
Dan vergeef ik hun misstappen,
ik denk niet meer aan hun zonden.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 110 (109), 1b-e.2.3.4
R: Gij zijt voor eeuwig priester als Melchisédek.
De Heer sprak tot mijn heer:
zit aan mijn rechterhand;
Ik leg uw vijanden als voetbank voor uw voeten.
Uit Sion reikt de Heer de scepter van uw macht:
regeer te midden van uw tegenstanders.
Uw volk staat om u heen in blanke wapenrusting,
de jongemannen op het veld als morgendauw.
Gezworen heeft de Heer, het zal Hem niet berouwen:
Gij zijt voor eeuwig priester als Melchisédek.
Evangelie
Mc. 14, 22-25
Dit is mijn Lichaam. Dit is mijn Bloed.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus
allen: Lof zij U, Christus.
Op de eerste dag van het ongedesemde brood,
de dag waarop men het paaslam slacht,
nam Jezus onder de maaltijd brood,
sprak de zegen uit,
brak het en gaf het hun, met de woorden:
„Neemt,
dit is mijn Lichaam.”
Daarna nam Hij de beker
en na het spreken van het dankgebed reikte Hij hun die toe
en zij dronken allen daaruit.
En Hij sprak tot hen:
„Dit is mijn Bloed van het Verbond,
dat vergoten wordt voor velen.
Voorwaar, Ik zeg u:
Ik zal niet meer drinken van wat de wijnstok voortbrengt
tot op de dag waarop Ik het, nieuw,
zal drinken in het Koninkrijk van God.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven