
Lezingen - 21 mei 2024
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar B
Dinsdag in de 7e week door het jaar
Eerste lezing
Jak. 4, 1-10
Als gij bidt krijgt ge het niet, omdat gij verkeerd bidt.
Uit de brief van de heilige apostel Jakobus
Broeders en zusters,
Waar komen bij u die vechtpartijen en die ruzies vandaan?
Toch alleen van uw eigen hartstochten
die u niet met rust laten?
Gij begeert dingen die gij niet kunt krijgen.
Gij moordt en benijdt
en kunt uw doel niet bereiken.
Dan gaat gij vechten en strijden.
Gij hebt niets
omdat gij niet bidt.
En als gij bidt, krijgt ge het niet omdat gij verkeerd bidt,
met de bedoeling namelijk om wat ge krijgt
uit te geven voor uw boze lusten.
Trouwelozen,
weet ge niet dat vriendschap met de wereld
vijandschap met God betekent?
Wie met de wereld bevriend wil zijn
maakt zich tot vijand van God.
Of meent ge dat de Schrift zonder reden zegt:
„De geest die Hij in ons deed wonen
begeert Hij met jaloersheid?”
Des te rijker is dan ook de genade
die Hij ons geeft, volgens het woord van de Schrift:
„God weerstaat de hovaardigen
maar aan de nederigen geeft Hij genade.”
Onderwerpt u dus aan God.
Biedt weerstand aan de duivel en hij zal voor u vluchten.
Nadert tot God
en Hij zal tot u naderen.
Reinigt uw handen, zondaars;
gij wankelmoedigen, zuivert uw hart.
Erkent uw ellende,
treurt en weent.
Laat uw lachen in rouw en uw vreugde in droefheid verkeren.
Vernedert u voor de Heer
en Hij zal u verheffen.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 55 (54), 7-8, 9-10a, 10b-11a, 23
R: Laat God voor u zorgen, want Hij is uw steun.
Wie geeft mij de vleugels van een duif,
dan vloog ik weg en ging rusten.
Dan vluchtte ik zeker ver hier vandaan
en bleef ik in de woestijn.
Daar zou ik mij wel een toevluchtsoord zoeken
voor wervelwind en orkaan.
Verstrooi hen; Heer, en maak hen oneens.
Geweld en tweedracht beheersen de stad.
Bij dag en nacht gaan zij rond op de muren,
en binnen de stad heersen onrecht en druk.
Laat God voor u zorgen, want Hij is uw steun,
Hij laat de vrome niet vallen.
Evangelie
Mc. 9, 30-37
De Mensenzoon wordt overgeleverd.
Als iemand de eerste wil zijn,moet hij de laatste van allen zijn.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus
allen: Lof zij U, Christus.
Na de gedaanteverandering op de berg gingen Jezus
en zijn leerlingen daar weg en trokken Galilea door;
maar Hij wilde niet dat iemand het te weten kwam,
want Hij was bezig zijn leerlingen te onderrichten.
Hij zei hun:
„De Mensenzoon wordt overgeleverd in de handen der mensen
en ze zullen Hem doden;
maar drie dagen na zijn dood zal Hij weer opstaan.”
Zij begrepen die woorden wel niet
maar schrokken ervoor terug Hem te ondervragen.
Zij kwamen in Kafarnaüm
en, eenmaal thuis, ondervroeg Hij hen:
„Waar hebt ge onderweg over getwist?”
Maar zij zwegen,
want zij hadden onderweg
een woordenwisseling gehad over de vraag
wie de grootste was.
Toen zette Hij zich neer,
riep de twaalf bij zich en zei tot hen:
„Als iemand de eerste wil zijn, moet hij de laatste van allen
en de dienaar van allen zijn.”
Hij nam een kind en zette het in hun midden;
Hij omarmde het en sprak tot hen:
„Wie een kind als dit opneemt in mijn Naam neemt Mij op;
en wie Mij opneemt
neemt niet Mij op, maar Hem die Mij gezonden heeft.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven