
Lezingen - 24 november 2023
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar A
HH. Andreas Dung-Lac, priester, en gezellen, martelaren van Viëtnam
Eerste lezing
I Makk. 4, 36-37, 52-59
Zij vierden het feest van de altaarwijding, waarbij ze vol vreugde brandoffers opdroegen.
Uit het eerste Boek van de Makkabeeën
In die dagen zeiden Judas en zijn broers:
„Onze vijanden zijn verslagen:
laten we dus optrekken
om de tempel te zuiveren en wederom in te wijden.”
Heel het leger verzamelde zich
en trok op naar de berg Sion.
In de vroege morgen
van de vijfentwintigste van de negende maand,
dus de maand Kislew, van het jaar honderdachtenveertig,
droegen ze volgens de voorschriften van de wet
op het nieuwe brandofferaltaar, dat ze hadden gebouwd, een offer op.
Op dezelfde tijd en op dezelfde dag,
waarop de volken het altaar hadden ontwijd,
werd het onder het zingen van lofliederen,
begeleid met citers, harpen en cimbalen, weer ingewijd.
het volk wierp zich in aanbidding ter aarde neer
en loofde de hemel,
die hun ondernemingen had doen slagen.
Acht dagen lang vierden zij het feest van de altaarwijding,
waarbij ze vol vreugde brandoffers opdroegen,
alsmede lof- en dankoffers.
Zij versierden de voorgevel van de tempel
met gouden kransen en schilden, herstelden de poorten en de zalen
en plaatsten nieuwe deuren.
Er heerste een zeer grote vreugde onder het volk
omdat de smaad,
hun door de heidenen aangedaan, was weggenomen.
In overleg met zijn broers
en geheel de volksvergadering van Israël
bepaalde Judas, dat ze, zolang ze leefden,
het feest van de altaarwijding jaarlijks acht dagen lang,
te beginnen op de vijfentwintigste van de maand Kislew,
in vreugde en blijdschap zouden vieren.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
1 Kron. 29, 10-11abc, 11d-12a, 12bcd
R: Wij eren, Heer, uw luisterrijke Naam.
Gij zijt geprezen, Heer, in alle eeuwen,
Gij God van onze vader Israël.
Groot zijt Gij in uw daden, oppermachtig,
verheven, luisterrijk en hoog geëerd.
Want alles in de hemel en op aarde is het uwe,
Gij zijt de koning, Heer, die boven allen staat.
Van U zijn aanzien en bezit afkomstig,
al wat bestaat richt zich naar uw bevel.
Gij kunt beschikken over vaardigheid en krachten,
wat groot en sterk is hebt Gij zo gemaakt.
Evangelie
Lc. 19, 45-48
Mijn huis moet een huis van gebed zijn, maar gij hebt er een rovershol van gemaakt.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus
allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd ging Jezus de tempel binnen
en begon de verkopers er uit te jagen
terwijl Hij tot hen zei:
„Er staat geschreven:
Mijn huis moet een huis van gebed zijn,
maar gij hebt er een rovershol van gemaakt.”
Dagelijks gaf Hij in de tempel onderricht.
De hogepriesters, de schriftgeleerden
en de vooraanstaanden van het volk
zochten een gelegenheid om Hem ter dood te brengen,
maar zij zagen geen kans om wat dan ook te doen,
want al het volk hing aan zijn lippen.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven