
Lezingen - 15 november 2023
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar A
Woensdag in de 32e week door het jaar
Eerste lezing
Wijsh. 6, 1-11
Luistert, gij, die over velen heerst.
Uit het Boek der Wijsheid
Hoort, koningen, en luistert,
gij die heel de aarde bestuurt, geeft acht.
Luistert, gij, die over velen heerst,
die groot gaat op de menigten die u dienen.
Uw macht hebt gij ontvangen van de Heer,
uw heerschappij van de Allerhoogste:
Hij zal uw daden nagaan
en uw plannen onderzoeken.
Want hoewel gij zelf zijn dienaars zijt
en Hij uw koning,
hebt gij toch niet met rechtvaardigheid geoordeeld,
niet de wet onderhouden,
niet gewandeld overeenkomstig Gods wil!
Tot uw grote ontzetting zal Hij spoedig tegen u optreden,
want hooggeplaatsten wacht een streng oordeel.
De ondergeschikte immers ondervindt erbarming,
de hooggeplaatste daarentegen wordt streng gestraft.
De Heer van alles hoeft niemand te ontzien,
en Hij is voor geen macht beducht;
Hij is immers de schepper van groot en klein,
en draagt gelijkelijk zorg voor allen.
Ja, de machtige wacht een streng onderzoek!
Tot u dus, vorsten, richt ik mijn woorden,
opdat gij wijs moogt worden
en niet ten val komt.
Wie het heilige heilig behandelen, worden geheiligd:
en wie van mij leren, kunnen verantwoording geven.
Luistert dus gretig naar mijn woorden,
hoort ze verlangend aan en laat u beleren.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 82 (81), 3-4, 6-7
R: Verschijn, God, om recht te spreken op aarde.
Komt op voor de zwakke, verdedigt de wees,
doet recht aan geringen en armen.
Bevrijdt de verdrukte en helpt de misdeelde,
ontrukt hem aan de hartvochtige hand.
Ik heb u tot godheden aangesteld,
tot zonen gemaakt van de Allerhoogste.
Maar sterven zult ge als iedere mens,
gij valt zoals koningen vallen.
Evangelie
Lc. 17, 11-19
Is er niemand teruggekeerd
om aan God eer te brengen dan alleen deze vreemdeling?
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas
allen: Lof zij U, Christus.
Op zijn reis naar Jeruzalem
trok Jezus door het grensgebied van Samaria en Galilea.
Toen Hij een dorp binnenging
kwamen Hem tien melaatsen tegemoet;
zij bleven op een grote afstand staan en riepen luidkeels:
„Jezus, Meester, ontferm U over ons!”
Hij zag hen en sprak:
„Gaat u laten zien aan de priesters.”
En onderweg werden ze gereinigd.
Een van hen keerde terug toen hij zag dat hij genezen was,
en hij verheerlijkte God met luide stem.
Vol dankbaarheid wierp hij zich voor Jezus’ voeten neer,
en deze man was een Samaritaan.
Hierop vroeg Jezus:
„Zijn niet alle tien gereinigd?
„Waar zijn dan de negen anderen?
„Is er niemand teruggekeerd om aan God eer te brengen
dan alleen deze vreemdeling?”
En Hij sprak tot hem:
„Sta op en ga heen; uw geloof heeft u gered.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven