
Lezingen - 15 juni 2023
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar A
Donderdag in de 10e week door het jaar
Eerste lezing
II Kor. 3, 15-4, 1. 3-6
God is als een licht in onze harten opgegaan, om de kennis te doen stralen van zijn heerlijkheid.
Uit de tweede brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Korinte
Broeders en zusters,
Tot heden toe ligt een sluier
over de geest van de kinderen van Israël
telkens wanneer Mozes wordt voorgelezen.
Maar telkens als iemand zich bekeert tot de Heer
wordt de sluier verwijderd.
De Heer nu is de Geest
en waar de Geest des Heren is, daar is vrijheid.
Ons allen is het gegeven
met onverhuld gelaat de glorie van de Heer te aanschouwen
en herschapen te worden tot steeds heerlijker gelijkenis met Hem;
zo werkt de Heer die Geest is.
Daarom verliezen wij nooit de moed
nu wij door Gods ontferming met deze dienst zijn belast.
En als er nog een sluier ligt
over de boodschap die wij verkondigen,
dan alleen voor hen die verloren gaan,
voor de ongelovigen
van wie de geest door de god van deze wereld zozeer is verblind
dat zij de glans niet ontwaren
van het evangelie van de heerlijkheid van Christus
die het beeld is van God.
Wij verkondigen immers niet onszelf
maar Christus Jezus, de Heer;
onszelf beschouwen wij slechts als uw dienaars om Jezus’ wil.
Dezelfde God die gezegd heeft:
„Licht moet schijnen uit het duister”
is als een licht in onze harten opgegaan,
om de kennis te doen stralen van zijn heerlijkheid
die ligt over het gelaat van Christus.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 85 (84), 9ab-10, 11-12, 13-14
R: Gods glorie komt weer bij ons wonen.
Aanhoren zal ik wat God tot mij zegt,
voorzeker een woord van verzoening.
Een woord voor zijn volk, voor alwie Hem dient,
voor elk die zijn hart voor Hem opent.
Zijn heil is nabij voor hen die Hem vrezen,
zijn Glorie komt weer bij ons wonen.
Als trouw en erbarmen elkaar tegemoet gaan,
als vrede en recht elkander omhelzen;
dan zal de trouw uit de aarde ontspruiten,
en ziet uit de hemel gerechtigheid neer.
Dan zal de Heer ons zijn zegen schenken
en draagt ons land rijke vrucht.
Dan zal voor Hem uit gerechtigheid gaan
en voorspoed zijn schreden volgen.
Evangelie
Mt. 5, 20-26
Al wie vertoornd is op zijn broeder, zal strafbaar zijn voor het gerecht.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs
allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
„Ik zeg u: Als uw gerechtigheid
die van de schriftgeleerden en Farizeeën niet ver overtreft,
zult gij zeker niet binnengaan in het Rijk der hemelen.
„Gij hebt gehoord dat tot onze voorouders is gezegd:
Gij zult niet doden.
„Wie doodt zal strafbaar zijn voor het gerecht.
„Maar Ik zeg u:
Al wie vertoornd is op zijn broeder,
zal strafbaar zijn voor het gerecht.
„En wie tot zijn broeder zegt: raka,
zal strafbaar zijn voor het Sanhedrin;
en wie zegt: dwaas,
zal strafbaar zijn met het vuur van de hel.
„Als gij uw gaven komt brengen naar het altaar,
en daar schiet u te binnen dat uw broeder iets tegen u heeft,
laat dan uw gaven voor het altaar achter,
ga u eerst met uw broeder verzoenen
en kom dan terug om uw gaven aan te bieden.
„Haast u het eens te worden met uw tegenpartij
zolang ge nog met hem onderweg zijt;
anders zou uw tegenpartij
u wel eens aan de rechter kunnen overleveren,
en de rechter u aan de gerechtsdienaar,
en dan zoudt gij in de gevangenis worden geworpen.
„Voorwaar, Ik zeg u:
Ge zult daar niet uitkomen
voordat ge tot de laatste penning hebt betaald.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven